Wat zijn de straffen?

Gearresteerd in Duitsland

Meer informatie over voorlopige hechtenis in Duitsland vindt u door op de onderstaande knop te klikken in het pdf-bestand om het te downloaden.

Deze informatiebrochure is geproduceerd door nederlandwereldwijd.nl

Wat zijn de straffen?

Welke straffen kunt u bij een overtreding van de Duitse Opiumwet verwachten?

Welke straf aan het einde van het proces wordt opgelegd hangt natuurlijk van meerdere factoren af. Daardoor is een algemene weergave hier uiteraard niet mogelijk. Iedereen begrijpt dat het voor het strafproces een verschil is of er 50 kilo heroïne worden ingevoerd of dat iemand 0,5 gram marihuana in zijn bezit heeft.

Aan de hand van het algemene strafkader is echter duidelijk te herkennen welk misdrijf de wetgever op het gebied van verdovende middelen als ernstig en welke naar verhouding minder ernstig heeft ingedeeld.

Een differentiatie wordt ten eerste duidelijk door de soort drugs, terwijl voor delicten in verband met marihuana relatief mildere straffen worden opgelegd, ziet dit er natuurlijk anders uit bij misdrijven die in verband staan met heroïne, crystal meth of crack.

Een tweede belangrijke factor is, als boven aangegeven, de hoeveelheid aan drugs. Hierbij is het gehalte van de werkzame stof van groot belang.

Wij hebben hier een waaier aan ervaringen. Op het gebied van marihuana konden grote kwaliteitsverschillen worden gemeten. Zo was het bij een zaak waarbij het om een halve kilo marihuana ging bijvoorbeeld mogelijk de grens van een zogenoemde niet geringe hoeveelheid te bereiken, omdat het gehalte aan werkzame stof slechts één procent bedroeg.
Als het verhoudingsgewijs om sterkere en hoogwaardige marihuana vanuit Nederland gaat dan is een gehalte van de werkzame stof van 15 procent en meer niet buitengewoon. Daardoor zal het duidelijk worden dat niet de daadwerkelijke hoeveelheid van belang is maar de hoeveelheid aan werkzame stof.

Voor het vaststellen van de straf kunnen de sociale omstandigheden van belang zijn en in welk verband het misdrijf met betrekking tot de overtreding van de Duitse Opiumwet moet worden bekeken. Het is natuurlijk een verschil of een persoon reeds meervoudig vanwege vergelijkbare delicten is opgevallen of dat het gaat om een naïeve gepensioneerde die een wietplantage vanwege het plezier aan tuinieren onderhoudt.

Zoals boven reeds vermeld, is het in het belang van de wetgever om alle delicten op het gebied van drugscriminaliteit op te lossen. Hier ligt een grote kans voor personen die overtredingen van de Duitse Opiumwet worden verweten. Volgens § 31 van de Duitse Opiumwet (BtMG) wordt de straf voor degene verminderd die door het onthullen van zijn kennis ertoe bijdraagt andere misdrijven aan het licht te brengen. Het behoort tot het werk van iedere serieuze strafverdediger die veel met drugsdelicten te maken heeft, de verdachten over deze mogelijkheid in te lichten.

Afhankelijk van het soort en de omvang van de beschuldiging moet iedere betrokkene zorgvuldig afwegen of hij van deze mogelijkheid gebruik wil maken. Vaak wordt het belasten van een ander als onbillijk gezien. Dit kan misschien van betekenis zijn, maar staat er een lange gevangenisstraf tegenover, zou het eigenbelang op de voorgrond moeten staan. Veel cliënten staan voor een moreel dilemma als er een hoge straf of een voorlopige hechtenis dreigt. Getuigen zij tegen een voormalige zakenpartner of accepteren zij een langere gevangenisstraf, wat door de familie vaak als onbegrijpelijk wordt opgenomen. Wij werken hier nauw samen met alle betrokkenen en lichten onze cliënten uitvoerig in over de voordelen en nadelen die deze regelgeving met zich meebrengt, niet enkel in juridisch, maar ook in menselijk opzicht.

Ten slotte nog de Duitse Wetten met betrekking tot § 29 Duitse Opiumwet (BtMG) en het strafkader daarvan. In de wet staan volgende straffen vermeld:

29 BtMG (strafdelicten)

  1.  (1) Met vrijheidsstraf tot vijf jaar of met sanctiebedrag wordt degene bestraft, dieonrechtmatig verdovende middelen teelt, deze vervaardigt, hiermee handeldrijft en deze zonder handel te drijven invoert, uitvoert, verkoopt, afgeeft of anders in de handel brengt, koopt of deze op een andere manier verkrijgt,
  2. een uitgezonderde bereiding (§ 2 lid 1 nr. 3) zonder vergunning volgens § 3 lid 1 nr. 3 vervaardigt,
  3. verdovende middelen bezit zonder daarvoor in het bezit van een schriftelijke vergunning voor de aankoop te zijn,
  4. (geschrapt)
  5. in strijd met § 11 lid 1 zin 2 verdovende middelen doorvoert,
  6. in strijd met § 13 lid 1 verdovende middelen a) voorschrijft b) toedient of voor rechtstreeks gebruik afstaat
  7. in strijd met § 13 lid 2 verdovende middelen in een apotheek of veterinaire huisapotheek afgeeft,
  8. in strijd met § 14 lid 5 reclame maakt voor verdovende middelen,
  9. onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt om voor zichzelf of een ander of voor een dier het recept van een verdovend middel te verkrijgen,
  10. een gelegenheid tot onbevoegd gebruik, aankoop of tot onbevoegde afgifte van verdovende middelen in het openbaar of uit eigenbelang handelend meedeelt, iemand anders een betreffende gelegenheid verschaft of toestaat of hem tot onbevoegd gebruik van verdovende middelen verleidt,
  11. in strijd met de in § 18 a vermelde stoffen of toebereidingen vervaardigt, ermee handeldrijft, deze zonder te handelen invoert, uitvoert, doorvoert, verkoopt, afgeeft of anders in omloop brengt, inkoopt of deze op een andere manier verschaft,
  12. in het openbaar, bij een verzameling of door het verspreiden van geschriften (§11 lid 3 Duits Wetboek van Strafrecht) oproept tot het consumeren van verdovende middelen die ongeoorloofd zijn voorgeschreven,
  13. geldmiddelen of andere vermogensvoorwerpen aan een ander voor een wederrechtelijke daad in de zin van nummer 1,5,6,7,10,11 of 12 ter beschikking stelt of
  14. in strijd met een wettelijke verordening in de zin van § 11 lid 2 zin 2 nr. 1 of § 13 lid 3 zin 2 nr. 1 of 3 handelt, voor zover deze verwijst naar een bepaald feit uit dit strafvoorschrift,

(2) In de gevallen van de lid 1 nr. 1, 2, 5, 6 letter b en nr. 11 is de poging strafbaar.

(3) Bij bijzonder zware gevallen is de straf een vrijheidsstraf van niet minder dan één jaar. Er is meestal sprake van een bijzonder zwaar geval, wanneer de dader 1. in de gevallen in de zin van lid 1 nr. 1, 4, 5, 6, 10, 11 of 13 bedrijfsmatig handelt, 2. in de gevallen van lid 1 nr. 11 als lid van een bende handelt die zich tot een voortgezet plegen van dergelijke feiten heeft verbonden, 3. door een van de in lid 1 nr. 1, 6 of 7 genoemde handelingen de gezondheid meerdere mensen in gevaar brengt,

(4) Handelt de dader in de gevallen van lid 1 nr. 1, 2, 5, 6 letter b of nr. 10 nalatig of herkent hij in het geval van lid 1 nr. 11 door onachtzaamheid niet dat de in § 18a genoemde stoffen of bereidingen tot de onrechtmatige vervaardiging van verdovende middelen zullen worden gebruikt, is de straf een vrijheidsstraf tot één jaar of een sanctiebedrag.

(5) De rechtbank kan afzien van een straf volgens lid 1, 2 en 4 wanneer de dader de verdovende middelen enkel voor eigen gebruik in een geringe hoeveelheid teelt, vervaardigt, invoert, uitvoert, doorvoert, inkoopt of op een andere manier verkrijgt of bezit.

(6) De voorschriften van lid 1 nr. 1 dienen, voor zover dit het handelen, de afgifte of het verkopen betreft, ook te worden toegepast wanneer het handelen betrekking heeft op stoffen of bereidingen die geen verdovende middelen zijn, maar als zulke worden verstrekt.

29 a BtMG (strafdelicten)

(1) Met een vrijheidsstraf van niet minder dan één jaar wordt degene bestraft, die 1. als persoon ouder dan 21 jaar verdovende middelen zonder vergunning in de zin van § 3 lid 1 nr. 1 aan een persoon jonger dan 18 jaar afgeeft of deze in strijd met § 13 lid 1 toedient of voor gebruik afstaat of 2. met verdovende middelen in niet geringe hoeveelheid zonder vergunning in de zin van § 3 lid 1 nr. 1 handeldrijft, deze in niet geringe hoeveelheid vervaardigt of afgeeft of deze bezit, zonder deze op basis van een vergunning volgens § 3 lid 1 te hebben verkregen.

(2) In minder zware gevallen is de straf een vrijheidsstraf van drie maanden tot vijf jaar.

30 BtMG (strafdelicten)

(1) Met een vrijheidsstraf van niet minder dan twee jaar wordt degene bestraft die

  1. verdovende middelen zonder vergunning in de zin van § 3 lid 1 nr. 1 teelt, vervaardigt of daarmee handeldrijft (§ 29 lid 1 nr. 1) en daarbij als lid van een bende handelt die zich voor een voortgezet plegen van dergelijke daden heeft verbonden,
  2. in het geval van § 29a lid 1 nr.1 bedrijfsmatig handelt,
  3. verdovende middelen afgeeft, deze iemand anders toedient of voor direct gebruik afstaat en daardoor roekeloos zijn dood veroorzaakt of
  4. verdovende middelen in niet geringe hoeveelheid zonder vergunning volgens § 3 lid 1 nr. 1 invoert.

(2) In minder zware gevallen is de straf een vrijheidsstraf van drie maanden tot vijf jaar.

30 a BtMG (strafdelicten)

(1) Met een vrijheidsstraf van niet minder dan vijf jaar wordt degene gestraft die verdovende middelen in een niet geringe hoeveelheid zonder vergunning in de zin van § 3 lid 1 teel, vervaardigt, daarmee handeldrijft, in- en uitvoert (§29 lid 1 nr. 1) en daarbij als lid van een bende handelt die zich voor een voortgezet plegen van dergelijke daden heeft verbonden.

(2) Gelijkerwijs wordt degene gestraft die 1. als persoon ouder dan 21 jaar een persoon onder de 18 jaar aanwijst met verdovende middelen onrechtmatig te handelen, deze zonder te handelen invoert, uitvoert, verkoopt, afgeeft of anders in omloop te brengt of deze handelingen bevordert of 2. met verdovende middelen in een niet geringe hoeveelheid ongeoorloofd handeldrijft of deze, zonder te handelen, invoert, uitvoert of verkrijgt en daarbij een vuurwapen of andere voorwerpen bij zich draagt, die voor het verwonden van personen geschikt en bedoeld zijn.

(3) In minder zware gevallen is de straf een vrijheidsstraf van zes maanden tot vijf jaar.

Gespecialiseerde advocaat voor strafrecht
Nikolai Odebralski
Huyssenallee 99-103
45128 Essen, Duitsland

Contact:

Telefoon:
Fax:
E-Mail:
+49 201 747 188 – 0
+49 201 747 188 – 29
info@ra-odebralski.de
Kantooruren:

Ma. – do.:
en
vr.:
09:00 tot 13:00 uur
14:00 tot 18:00 uur
09:00 tot 13:00 uur

Gespecialiseerde advocaat voor strafrecht
Nikolai Odebralski
Huyssenallee 99-103
45128 Essen, Duitsland

Telefoon: +49 201 747 188 – 0
Fax: +49 201 747 188-29
Noodgevallen: +49 151 116 320 82
info@ra-odebralski.de

Ma.-vr.:
9:00 tot 13:00 uur
ma.-do.:
14:00 tot 18:00 uur